Wat is er aan de hand?
Sinds mei gelden in Europa nieuwe en strenge privacyregels met de General Data Protection Regulation (GDPR). Niet-professionele journalisten zoals vloggers, bloggers of iemand die een gebeurtenis filmt en online zet, belandden hierdoor in een grijze zone. Een uitspraak van het Europees Hof van Justitie schept klaarheid.
We kennen ondertussen allemaal de strenge regels binnen de GDPR, de niet meer zo nieuwe strenge Europese privacywetgeving. Persoonsgegevens zouden (in het beste geval) heel zorgvuldig en strikt moeten worden verzameld en verwerkt. De regels uit deze nieuwe privacywetgeving doortrekken naar iedereen, zou er echter toe leiden dat sommigen onder ons simpelweg hun werk niet meer kunnen uitoefenen. Denk maar aan de dokter die uw persoonsgegevens niet zou mogen inzamelen alvorens eerste hulp te verlenen. Niet alles staat boven privacy.
Een juiste afweging tussen het recht op privacy én het recht op vrije meningsuiting, zal dus casus per casus, zaak per zaak, moeten worden afgewogen.
Wanneer is iemand een journalist?
Een ander goed voorbeeld is de journalistiek. Journalisten moeten nu eenmaal nieuws kunnen brengen, stukken schrijven en onderzoek voeren. Mochten de regels uit de GDPR een-op-een gelden voor journalisten, zagen we niet al te veel nieuws meer verschijnen. Het is dus belangrijk om het recht op privacy in balans te krijgen met het recht op vrije meningsuiting.
Hoe zit het echter met de niet-professionele journalist? De vlogger, blogger of enthousiasteling die soms duizenden volgers heeft, en vanuit passie, ambitie of pure interesse stukken maakt? Daar is de GDPR heel onduidelijk over, en in principe – als u de wet strikt zou toepassen – is er geen bescherming.
Het Europees Hof van Justitie heeft blijkbaar af en toe wat liefde over, want precies op 14 februari 2019 heeft het Hof hierover een belangrijke uitspraak gedaan.
De Privacycommissie in Letland en twee lokale rechtbanken hadden geoordeeld dat een video van een burgerjournalist (Buivids) de privacywetgeving in Letland schond. De video had betrekking op praktijken van de Letse politie. Deze zaak, die de onuitspreekbare titel “Sergejs Buivids v. Datu valsts inspekcija” meekreeg, was uiteraard ingesteld vóór de inwerkingtreding van de GDPR. Zo snel werkt Justitie nu ook weer niet. Het had dus betrekking op de lokale Letse privacywetgeving.
Het hoogste gerechtshof in Letland stelde echter twee prejudiciële vragen aan het Europees Hof van Justitie. Eén: valt de opname én het publiceren van de video in kwestie onder de privacywetgeving, gezien het feit dat er herkenbare personen in de video voorkwamen? En, twee, kan de auteur in kwestie zich beroepen op de uitzondering voor journalisten, opgenomen in artikel 9 van de toenmalige Europese Richtlijn?
De eerste vraag was vrij simpel: uiteraard is het opnemen en publiceren van personen in een video een verwerking van persoonsgegevens. De regel is hier heel duidelijk: alles wat kan leiden tot een persoon, is een persoonsgegeven.
De tweede vraag is daarentegen wel bijzonder interessant. De persoon in kwestie is géén professionele journalist. Hier kwam het Europees Hof tot de conclusie dat de term “journalistiek” breed moet worden geïnterpreteerd. Dus niet enkel professionele journalisten met kaart, maar iedereen die journalistieke activiteiten uitvoert.
Deze bijdrage verscheen eerst op VRT NWS en werd geschreven door Matthias Dobbelaere-Welvaert, legal storyteller bij DOBBELAERE-WELVAERT, directeur bij de stichting ‘the Ministry of Privacy’ en co-founder bij Ethel.