DOBBELAERE-WELVAERT

70 jaar na Orwell's '1984': je hebt wél iets te verbergen.

Aflevering 6

Een meesterwerk. Een kaskraker. Een dystopische toekomstroman die blijkbaar steeds relevanter wordt, naarmate het boek ouder wordt. George Orwell bracht Nineteen Eigthy-Four uit op 8 juni 1949. Hebben we er nu nét niks, of juist alles uit geleerd?

70 jaar later blijkt dat overal ter wereld overheden de touwtjes aantrekken. Slimme technologie wordt steeds meer ingezet als digitale handboeien, wat voor sommigen een beklemmend, en voor anderen dan weer een veilig gevoel achterlaat.

Ondanks alle ophef rond de GDPR, die in mei nog haar éénjarig bestaan vierde, rijpt de vraag ondertussen: hoe staat het met onze privacy?

Client:
Eigen productie
Onderwerp:
Privacy
Bekijk:
Kijk via Vimeo

Het valse debat

Er woeden dezer dagen hevige debatten online (en offline) over privacy, of ook wel het ‘recht op eerbiediging van privé familie- en gezinsleven’, zoals dat in artikel 8 EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) ingekapseld staat. Terwijl de ene persoon moord en brand schreeuwt over onze datahongerige overheden, kan het de andere burger weinig tot niks schelen. Het is te zeggen: tot het over rekeningrijden via de smartphone gaat. Dan is opeens iedereen wél wakker, want van iemands portefeuille blijft men beter af, en dat geldt al zeker voor onze overheid. 

Het laat het de burger meestal koud, want die heeft toch niks te verbergen? Of het losjes erop gebaseerde alternatief: als je niks verkeerd doet, heb je ook niks te vrezen. Ziezo, debat gesloten. Lekker. Bekt goed, toch?

Het is echter een vals argument. Een meermaals doorprikt argument, zelfs. Maar toch blijft het ongezien populair, ook onder mensen die weldegelijk hun hersencellen af en toe pijnigen. Hoe komt dat toch? Hoe komt het dat het ongetwijfeld interessante debat over de tegenstellingen tussen privacy, veiligheid, gebruiksgemak en technologische innovatie, steeds vervalt in platte oneliners?

Wel, het zijn niet enkel burgers. Ook de overheid in de UK – wanneer ze haar omvangrijke CCTV-operaties in gang zette – nuttigde de leuze if you got nothing to hide, you got nothing to fear. De oorspronkelijke uitspraak moet echter gevonden worden in een boek van 1919 door Upton Sinclair.

Het is ergens begrijpelijk. De meesten onder ons lopen rond met het idee dat de overheid er enkel en alleen is om ieders veiligheid te garanderen, en dat de overheid (als apparaat) enkel de ‘harde criminelen en terroristen’ in de gaten houdt. Het gaat dus niet over ons, en dat maakt het altijd iets makkelijker om er afstand van te nemen.

En dan heb je natuurlijk de bekende contra-oneliners, die even veelvuldig worden gebruikt in het online debat, waar nuance vaak achteraan aanschuift. Edward Snowden bijvoorbeeld, sprak de ondertussen bijna evangelische woorden “Arguing that you don’t care about the right to privacy because you have nothing to hide is no different than saying you don’t care about free speech because you have nothing to say.”

Popcorn. Oppervlakkig getater dat nooit tot de kern van het debat gaat: waarom er een probleem bestaat met algemene surveillance, en waarom ieder van ons natuurlijk wél gewoon wat te verbergen heeft.

U heeft wél wat te verbergen

Ja, u heeft iets te verbergen. Dat is normaal. Met wie u seks heeft. Hoeveel geld er op uw rekening staat. Hoeveel uw zwembad heeft gekost. Wie uw eerste lief was. Naar welke porno u kijkt, of wat uw fantasieën zijn. Hoeveel u spendeert elke maand, en vooral aan wat? Waar u precies woont. Of uw werkgever heel erg tevreden is, of net niet. Hoeveel u precies elke maand op uw rekening toekrijgt. Hoeveel u ooit geërfd hebt. Of misschien of u een dure collectie wijnen in de kelder hebt (grapje hé, Groen)?

Maar stel nu, for the sake of argument, dat u écht, maar écht, helemaal niéts te verbergen heeft. Wel, dan verdenk ik u ofwel van een heel saai leven, of een naïeve leugen. Het argument dat u “niks te verbergen hebt” werkt namelijk enkel in een status quo situatie, en dat is een pure illusie. De maatschappij evolueert continu (denk bijvoorbeeld aan de hele abortus-discussie). We weten niet welke waarden & normen – die vandaag geen probleem opleveren – binnen vijf, tien of twintig jaar nog aanvaardbaar zijn. Welke religie u aanhangt, bijvoorbeeld. Of je Vlaams-Nationalist bent. Of net links. Of u politiek kritisch bent op Twitter. Wat uw hobby’s zijn. Wie uw lief of partner is.

De volgende keer dat u graag zou willen schrijven dat u “niks te verbergen hebt”, bedenk dan even dat niemand over een glazen bol beschikt. Of men nu rechts of links is, homo of hetero, zwart of blank, jong of oud, we hebben allemaal wél iets te verbergen. En als het vandaag niet is, dan morgen.

Moest Michaël Van Peel in dit stuk rondwandelen, hij zou vast en zeker zijn geniale analyse opwerpen. Privacy draait niet om ‘iets te verbergen’ hebben, het gaat er wél om, om niet continu en overal gecontroleerd te worden. Niet overal gefilmd, afgeluisterd, gecheckt te worden, als je onschuldig bent tot het tegendeel is bewezen.

Hij mag dan de rol van een comedian glansrijk vervullen, niemand legde het beter uit dan Van Peel. Het raakt aan het ganse valse debat rond de oneliner, die jammer genoeg vaak de essentie is geworden in debatten. Vergeet dat ‘niks te verbergen’, en grijp terug naar de juridische basis. In een rechtstaat bent u immers onschuldig tot het tegendeel is bewezen (of uitgesproken wordt door de rechterlijke macht). Ongeacht de vele mediaprocessen, is de onschuldpresumptie (ook wel het praesumptio innocentiae) nog steeds een grondbeginsel van ons strafrecht en ruimer, onze samenleving. 

Hoe rijmt dat met de opkomst van vingerafdrukken op identiteitskaarten, de uitbouw van een massief netwerk aan slimme camera’s, de installatie van afluistermicrofoons op openbare plaatsen en parken door steden en gemeenten, en de afschaffing van bepaalde vrijheden die meer privacy opleveren (denk aan de afbouw van mogelijkheden om cash te betalen tot de afschaffing van de anonieme SIM-kaarten)?

Niet. Want onze overheid bekijkt, luistert en leest 7/7 en 24/24 wat u doet, wat u zegt, wat u leest, wie u ontmoet, waarheen u rijdt, welke websites u online bezoekt, naar wie u e-mailt, wat en wanneer u wat koopt, en ga zo maar even door.

Onschuldig – tot – het – tegendeel – is – bewezen. Voor deze overheid, en vooral dankzij de opkomst van goedkope en efficiënte slimme technologie, is dat nog maar een detail. We zijn allemaal potentieel crimineel, weet u wel.

de toekomst

De toekomst laat zich niet rooskleurig tekenen. En dat ligt vooral aan u, de lezer van dit stuk. Jaren geleden verdedigde ik u nog, door dik en dun. Het was de fout van de Facebook’s, de Google’s, en later ook van die verdomde overheden, die overal willen neuzen en speuren naar mogelijk stoute gedragingen van brave burgers. Ik verdedigde u, want u wist niet beter. U had uw handen vol met uw dagdagelijkse beslommeringen, en ik begreep dat. U was geen privacyjurist, en u had wel wat anders te doen. Ik begreep dat. U wist het niet dat Facebook eigenlijk met al uw data ging lopen. Ik begreep dat.

Elk begrip is rekbaar, maar niet oneindig. Terwijl tien jaar geleden het nog ging om zuivere hypotheses, tonen andere landen vandaag aan dat men niet ver hoeft te zoeken voor dystopische regeringen en maatregelen.

In China bijvoorbeeld, waar privacy al lang tot het verleden behoort. Daar zijn de meeste populaire websites afgesloten, zijn chatapplicaties in handen van de overheid, wordt u door de overheid continu bewaakt – ook en vooral door vrijwilligers, burgers die burgers bespieden, dus -, en krijgt een burger een score die continu evolueert naargelang zijn of haar gedragingen. In de VS weet de overheid alles, voornamelijk na 9/11 die elke privacywetgeving lamlegde. Er is daar beterschap in zicht, vooral in de Staat van Californië waar – bij wijze van illustratie – het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie door overheden nog recent grotendeels werd geweerd. Het Verenigd Koninkrijk, dat werkelijk volhangt met camera’s, en de veiligheidscijfers daar amper een verschil door lieten optekenen. Australië – dat lid is van de five eyes en samen met Canada, Nieuw-Zeeland, de VS en het VK het grootste spionagenetwerk ter wereld uitmaakt.

U heeft het al begrepen. Toen Snowden naar buiten kwam, had u het eigenlijk al in de smiezen. Toen Facebook het ene na het andere schandaaltje verzamelde, had u het eigenlijk ook al door. Toen vorige week de Verenigde Staten schoorvoetend moest toegeven dat hackers een databank met gezichten en nummerplaten hadden kunnen kraken, wist u het. Onze overheden zijn niet te vertrouwen met onze data.

Dag na dag, maatregel na maatregel

U bent uw privacy, dag na dag, maatregel na maatregel aan het verliezen. Ik begrijp zeer goed dat uw zorgen groter zijn dan uw privacy, en dat privacy verliezen een pak minder tastbaar aanvoelt dan uw belastingen betalen. En toch betaalt u. Elke keer opnieuw. Aan Facebook, aan Google, aan onze overheid. U betaalt met uw data, met uw persoon, met uw ‘zijn’. Met wie u bent, en niet meer zozeer met wat u heeft. Het is aan u. Zonder u maakt de ommekeer geen kans. Zonder uw stem is privacy straks voorgoed verloren.

Word wakker. Sta op. Roer u. Laat uw stem klinken in het debat, en neem uw privacy terug voor het te laat is. U heeft wél iets te verbergen, vroeg of laat.

“It's complicated." "Yes, until someone explains it to you!”

Fredrik Backman

© Alle rechten voorbehouden. Kopiëren op straffe van lichte juridische kletsen.